Ziggo Dome Member Club | Live Avenue | Najaar 2019
Michael Bublé 1960 tot de inval van de rock & roll, waarin tijdloze liedjes werden geschreven door componisten zoals Harold Arlen, Irving Berlin en de gebroeders Gershwin. “Ik heb echt niet op een maandagochtend met een marketingmanager rond de tafel gezeten om uit te vinden met wat voor muziekstijl ik wereldberoemd zou kunnen worden. Het rare is dat Frank Sinatra niets fout kon doen bij de media. Zelfs over zijn opzichtige vrijage met de maffia werd luchtig gedaan. Terecht overigens… Die beheersten vroeger de hele showbizz. Frank moest wel.” Waar Frank tot aan zijn dood een kwajongen bleef, speelt Bublé een rol. “Ik ben eigenlijk vreselijk saai en angstaanjagend trouw hoor. Opgegroeid in een net Canadees vissersgezin met een hardwerkende vader en een moeder die er altijd was. Vloeken mocht niet thuis, drinken ook niet.” Bublé beseft heel goed dat het anders had kunnen lopen. “Ik heb vreselijk veel geluk gehad. 15 jaar geleden speelde ik in Las Vegas en kwam ik jongens tegen waarmee ik 10 jaar eerder had opgetreden. Ze hadden nog steeds dezelfde pakken aan en erger nog, kregen nog altijd een schamele gage.” Na drie eigenbeheer cd’tjes die overigens werden gefinancierd door het voormalige jeugdidool Paul Anka, leek ook Bublé gedoemd te zijn om zijn dagen te slijten in het schnabbelcircuit. “Als onze voormalige minister-president Brian Mulroney (Canada) in 2000 nooit een cd’tje had gekregen, stond ik nu waarschijnlijk vijftienhonderd mijl noordelijker kabeljauw schoon te maken.” Dat charmante ontdekkingsverhaal blijft hem natuurlijk volgen. Mulroney had het schijfje van een medewerker gehad en zocht toevallig net een crooner voor het huwelijksfeest van zijn dochter. “Ik werd uitgenodigd en deed de Kurt Weill-song Mack The Knife. Ook producer David Foster (Céline Dion, Mariah Carey) zal in de zaal en die heeft direct voor een contract bij een platenmaatschappij gezorgd.” De rest is, zoals het zo mooi heet, historie. Bijna 25 jaar later stromen de Canadese dollars binnen en is Bublé een hot item voor Amerikaanse multinationals. Zo prees hij op de buis al zingend koffie voor Starbucks aan en gebruikte de grote sportzender ESPN zijn versie van Feeling Good om hun pokerprogramma aan te kondigen. “Geld stinkt niet,” zei Frankie altijd. Daar had hij helemaal gelijk in,” zegt Bublé vol overtuiging over deze neveninkomsten. Het hoort volgens hem ook bij de luxe positie van een crooner. “Ik hoef mij niet de godganselijke dag af te vragen of datgene waar ik mee bezig ben wel politiek correct is. Ik sprak daar ooit met Tony Bennett over. Ik vroeg Tony hoe hij het volhield om al zes decennia lang een carrière te hebben met liedjes van anderen en daar ook nog eens vreselijk veel geld aan over te houden. Hij zei: ‘Michael, dat is simpel. Ik zing gewoon mooie muziek maar doe niet spastisch als ze bakken met geld voor mijn stemwillen betalen.” Als Bublé in november naar Nederland komt, is de kans erg klein dat je hem in het Amsterdamse nachtleven tegenkomt. Jaren terug was dat wel anders. Hij lepelt nog even snel een anekdote op. “Jaren terug ging ik uit eten bij een Chinees restaurant. Ik was erg druk in gesprek met allerlei mensen, maar bij het afrekenen kwam ik er achter dat mijn portefeuille verdwenen was. Ik raakte helemaal in paniek want naast een pak geld, zaten er al mijn creditcards en mijn rijbewijs in. Toen ik in verwarde toestand bij mijn hotel aankwam, werd ik aangesproken door de conciërge. Die vroeg aan mij: ‘Bent U Meneer ‘Boebol?’ Ik knikte en hij gaf mij de zoekgeraakte portefeuille met een T-shirt van het restaurant. Bleek dat het personeel van dat restaurant alle grote hotels hadden afgebeld met de vraag of er ene ‘Michael Boebol’ te gast was. Ongelooflijk toch?” LiveAvenue Where Business Meets Music • Najaar 2019 77
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=